Ingezonden stuk "Het zit er bijna op".

Het zit er bijna op. Ingezonden stuk door Gerrit Vervelde

Het is inmiddels december, het weer buiten wordt er niet beter op en eigenlijk is het geen uitdaging meer om nog lekker op het land te werken. Toch zijn nog een aantal fanatiekelingen bezig dahliaknollen uit de grond te peuteren.

Dit gebeurd op een manier welke nadere uitleg verdiend. Al heel wat jaren worden er op de velden van de Werkt.Ver. Miste en Omstr. dahlia’s gekweekt voor verschillende bloemencorso’s in diverse plaatsen in de Achterhoek. De lui welke hier mee bezig zijn hebben inmiddels een ruime ervaring in dit toch gigantische werk en vooral mensen welke niets hebben met bloemen kweken weten niet hoeveel uren hier aan besteed worden door een team van pakweg 15 tot 20 zowel mannen alsook vrouwen. Hoe is dit spektakel ontstaan en wat was de drijfveer dit op te starten destijds. De v.v. M.E.C. doet al jaren mee in het bloemencorso van Winterswijk en had dus hiervoor bloemen nodig. De eerste jaren van deelname, de jaren vijftig werden bloemen betrokken van diverse tuinen in Miste en omstreken. Er werd met een teil achter op de fiets door de corsobouwers rond gereden en de meeste boerentuinen hadden wel een aantal dahliapollen in de perken staan en daar werden dan bij goedvinden van meestal de vrouw des huizes, een aantal het liefst grote bloemen geplukt. Bloemen met de steel er nog aan, zodat men deze door het gaas dat diende als ondergrond kon steken. Een techniek welke in deze tijd al lang niet meer wordt gebruikt natuurlijk.

Een tiental jaren werd er destijds meegedaan door de voetbalclub en dat leverde dan wat extra geld op voor de clubkas. Hierna volgden er ook jaren dat de animo voor een wagen bouwen niet aanwezig was en de dahlia’s dus bij de diverse tuinen gewoon aan “de,n bos”konden blijven zitten. Wat jaren later werden er weer plannen gesmeed om toch als voetbalclub nog eens weer deel te nemen aan het corso. De technieken waren inmiddels wat gewijzigd ook het bouwen werd veranderd en meestal onder de bezielende leiding van Gerrit Kortschot werden de corsocreaties tot leven gewekt.

Johan de Roos had meer de coördinatie zoals het opgeven van de wagen, had hierbij een idee hoe het er uit moest komen te zien en had de beschikking over de tractie middels een pony. Op dat moment deden we mee aan het corso met een B wagen, mede omdat de ruimte bij de fam Kortschot op de “deale” als uitgangsbasis gold. De wens was ook eens mee te doen in de A klasse en niet veel later volgde dan een heuse grote M.E.C. wagen in het corso van Winterswijk. Vanaf nu hadden we vanzelf meer bloemen nodig en deze werden betrokken van de inmiddels opgerichte bloemencommissie onder de bezielende leiding van de hr Geerlings uit Winterswijk. We bestelden de benodigde hoeveelheden bij deze commissie, bijbehorend natuurlijk de kleuren welke we nodig hadden. De afrekening van de lijm welke zijn intrede had gedaan en de bestelde bloemen volgde na de prijsuitreiking van het corso en met een beetje geluk bleef er een batig saldo over. Niet echt aantrekkelijk voor de clubkas en de animo een mooie wagen in elkaar te prutsen was dan ook niet altijd aanwezig. Op de jaarlijkse jaarvergadering was het punt deelname aan het bloemencorso dan ook een hot item, omdat er weinig inbreng bleek van de M.E.C.leden.

Toch werd er met uiterste krachtinspanning meestal wel meegedaan en omdat we afhankelijk waren van Winterswijk wat betreft aantal er vooral kleuren van de bloemen welke we bestelden, werd er een plan geopperd zelf bloemen te verbouwen. Dit in navolging van oa corsogroepen uit het Woold welke dit al een aantal jaren deden. Er moest natuurlijk grond ter beschikking zijn en vanaf dat moment kwam de Werktuigen .Ver. Miste in beeld welke een stuk grond beschikbaar stelde. Van een andere corsobouwer werden knollen overgenomen en wat zeker zo belangrijk was we vonden in de heren Gerrit Bent en Wim Wiggers een paar fanatieke kwekers.

Deze twee heren waren eigenlijk de grondleggers van de enthousiaste groep dahlia’s kwekers van dit moment.Geleidelijk kregen we meer kleuren, werden eigen kisten in elkaar getimmerd, kon gebruikt gemaakt worden van de kelder als opslag voor de knollen van de Meenkmolen en werd het benodigde land uitgebreid met een stuk grond van de familie Kortschot.

Wat zijn zoal de werkzaamheden welke voor een mooie oogst bloemen moet worden verricht. Het corsojaar van de knollenkwekers begint meestal al wel in februari, wanneer in de lekker verwarmde timmerwerkplaats van Kortschot alvast de lijnen welke zomers langs de pollen worden gespannen aan elkaar worden geknoopt en op grote rollen worden gespannen. Ook hekjes welke dienst doen als bokken tussen de bloemen worden van ijzer in elkaar gelast. Tussendoor wordt er in de kelder inspectie gehouden hoe de knollen overwinteren in de kisten en kratten netjes opgestapeld en van soort naamkaartjes voorzien.

Halverwege april, als het voorjaar zich aandient, begint het echt te kriebelen bij de heren kwekers. Nadat de mensen van “de loze” gezorgd hebben voor wat mest in de grond, kan de trekker met de ploeg er achter zorgen voor perfecte poot omstandigheden.

Dit poten gebeurd met een eigen ontworpen machine welke gehuurd wordt van een andere corsoclub uit Winterswijk. Vanaf dat moment begint het bestrijden van het onkruid met de schoffel en niet veel later worden de palen met de lijnen welke zorgen dat de pollen overeind blijven staan aangebracht. De eerste pluk is altijd een voldoening voor al een heel aantal uren werk hier aan voorafgaand en dan is het al augustus geworden. Tot het tweede, derde weekend van september worden er echt kratten vol bloemen van de velden gehaald en vooral organisatorisch een hoogstandje. Het jaar 2010 was wat betreft de weersomstandigheden heel bijzonder. Een heel droge juni maand waarbij de groei enorm stagneerde, moesten er door de kwekers middels grondwater maatregelen worden genomen en in augustus een paar dagen voor het corso kwam het water met bakken uit de lucht en stond het land blank wat weer zorgde voor verzopen knollen.Elk jaar opnieuw zijn er vaak verrassingen welke niet eerder voor zijn gekomen en zodoende kun je geen enkel jaar met elkaar te vergelijken.De opbrengst was hierdoor dit jaar niet optimaal, maar daardoor zijn de werkzaamheden vooraf hetzelfde. Er waren ook topjaren, waar dik over de 60.00 bloemen werden geplukt.

Wanneer de maand oktober weer op de kalender verschijnt worden weer plannen gemaakt om de knollen te rooien. Hiervoor is door een paar inventieve personen van de corsobouwers een originele “knollenwipmachine” ontwikkeld, welke de werkzaamheden verzachten. Toch ook met dit werk wederom een paar weken flink aanpoten op het land en we hebben al eens de geoogste knollen gewogen, wat een opbrengst opleverde van 20 ton knollen.

De knollen worden hierna netjes in kratten gemaakt opgeslagen in de winteropslag en dat was het dan. We zullen alle uren niet optellen wat deze mensen verzetten voor een uit de hand gelopen hobby. Wel een erkenning van heel veel mensen welke komen kijken naar heel wat corso’s in de regio. Natuurlijk beseffen deze toeschouwers niet de prachtige kleuren welke te zien zijn op de vele creaties welke aan de mensen voorbij trekken. De lezers van dit verhaal hebben we hopelijk een klein inzicht gegeven van wel heel mooi werk wat verricht wordt. Wat krijgen deze telers voor dit gigantische werk terug. Aan het eind van het jaar een leuke middag met door de dames zelfgebakken pannenkoeken en wat onder de kurk.Het hele jaar door mooie verhalen op het land met elkaar, de laatste nieuwtjes en hierdoor blijf je lekker bij
de tijd .Maar de voldoening moet voor hen ook groot zijn wanneer de wagen van M.E.C. in Winterswijk voorbij komt met mooie bloemen daarbij ook nog van de juiste kleur.

Corsogroep v.v.M.E.C.
Gerrit Vervelde